De definitieve tanden van je hond ontstaan wanneer hij ongeveer vier maanden oud is, en gaan een leven lang mee. Om een goede mondhygiëne te behouden, de vorming van tandsteen tegen te gaan en andere problemen te voorkomen, is het best om de tanden van je hond regelmatig te poetsen. Controleer ook regelmatig het gebit, de beet en de mond van de hond. Honden vertonen vaak weinig of geen symptomen van gebits- en mondproblemen, dus kunnen eventuele problemen moeilijk op te sporen zijn.
VERZORG HET GEBIT EN DE MONDHYGIËNE VAN JE HOND
Het definitieve gebit van je hond zou met de nodige zorg en aandacht een leven lang mee moeten gaan.
Maak er een gewoonte van het elke dag te poetsen en regelmatig de mondhygiëne controleren. Begin hier al mee te oefenen wanneer je hond nog een puppy is. Het is ook een goed idee om je hond te laten kauwen op zaken die de tandsteen voorkomen, maar dat vervangt het tandenpoetsen niet. Vermijd te harde mergpijpjes die de tanden kunnen beschadigen.
Veel honden vertonen weinig of geen symptomen van mondproblemen, dus kunnen deze moeilijk op te sporen zijn. Dit zijn enkele tekenen dat er wellicht iets aan de hand is: Als de hond zacht voedsel verkiest boven hard voedsel, slechts aan één kant of helemaal niet kauwt, een slechte adem en overmatig kwijlen, verminderde eetlust of klapperende tanden. Neem contact op met je dierenarts als je vermoedt dat je hond problemen heeft.
POETS HET GEBIT VAN JE HOND MET EEN TANDENBORSTEL EN VOORKOM TANDSTEEN
Ook honden kunnen door voedselresten en speeksel tandplak op hun tanden krijgen. Als de plak niet verwijderd wordt, wordt het tandsteen, en dan kan je hond zelfs last krijgen van ernstiger problemen zoals ontsteking van het tandvlees en tanduitval. De neiging tot vorming van tandsteen varieert van hond tot hond. Rassen waarvan de tanden dichter op elkaar staan kunnen bijvoorbeeld vatbaarder zijn voor tandsteen. Bovendien krijgen oudere honden gemakkelijker last van tandsteen. Lichtere tandsteen kan verwijderd worden door de tanden van je hond met een tandenborstel te poetsen, maar hardnekkiger tandsteen moet door een dierenarts worden verwijderd onder verdoving.De beste manier om de mondhygiëne van je hond in goede conditie te houden is door een dagelijkse gewoonte op te bouwen waarbij je de tanden poetst en de bek van je hond ontdoet van tandplak. Je begint er best al mee wanneer de hond nog een puppy is. Laat je hond wennen aan de tandenborstel en maak van het tandenpoetsen een regelmatige gewoonte. In het begin kan 10 seconden poetsen al genoeg zijn. Verhoog de tijdsduur geleidelijk aan tot je alle tanden van de hond zonder problemen kunt poetsen.Er bestaan speciale tandpasta voor honden die lekker ruiken en smaken, maar de mechanische beweging is in feite het belangrijkst. Gebruik geen tandpasta die voor mensen bedoeld is, want fluoride en andere ingrediënten in tandpasta voor mensen kunnen schadelijk zijn voor de hond. Wat betreft het soort tandenborstel, kun je bijna elke willekeurige tandenborstel kiezen. Zorg er alleen voor dat hij niet te hard is. Er bestaan ook speciale tandenborstels voor honden, die de moeilijk bereikbare hoekjes en gaatjes helpen bereiken. De tanden van je hond moeten wit zijn en het tandvlees lichtroze. Net als bij de huid en vacht, kunnen honden een donkerder kleurpigment in hun mond hebben.
PUPPYTANDEN
De puppytanden van je hond verschijnen wanneer hij ongeveer drie weken oud is. Dat valt meestal samen met het moment waarop de melkproductie van hun moeder begint af te nemen. Alle puppytanden zijn aanwezig rond de leeftijd van zes weken. In totaal krijgen puppy’s 28 tanden, 14 in de bovenkaak en 14 in de onderkaak. Gewoonlijk verschijnen de twee hoektanden van de bovenkaak het eerst, gevolgd door de zes voortanden. De kiezen verschijnen meestal eerst in de onderkaak.
HET DEFINITIEVE GEBIT VAN DE HOND
Als je hond ongeveer vier maanden oud is, worden de puppytanden vervangen door de volwassen tanden. Alle definitieve tanden, in totaal 42, zijn meestal volgroeid tegen de tijd dat je hond ongeveer zes maanden oud is.Controleer of de definitieve tanden naar behoren groeien. Het kan gebeuren dat de definitieve tand naast de melktand groeit, wat een hardnekkige melktand wordt genoemd. Het verschijnsel komt vaker voor bij kleinere hondenrassen. Neem altijd contact op met een dierenarts om hardnekkige melktanden te laten trekken. Gebrek aan ruimte kan leiden tot ontstekingen en tandsteen in het gebit van je hond. Een dierenarts kan ook zien of er tanden ontbreken en eventuele gebitsafwijkingen van tevoren opsporen.Het komt vaak voor dat de pup meer zin krijgt om op verschillende dingen te kauwen vlak voordat zijn gebit verandert. Wanneer de tanden beginnen wisselen, kan de mond van de pup zodanig pijnlijk worden dat zijn eetlust een tijdlang vermindert. Om het proces te verlichten kun je het droogvoer weken of tijdelijk overschakelen op zachter voer.
Het wortelkanaal van de tand sluit pas als de hond 1,5-2 jaar oud is, en daarvóór is het gebit van de hond kwetsbaarder. Houd er dus rekening mee dat je je hond als hij jong is geen te harde botten mag geven of zware voorwerpen mag laten apporteren.
HET IS BELANGRIJK DAT JE HOND EEN GOEDE BEET HEEFT
Het is belangrijk dat je hond een correcte beet heeft, zodat hij geen problemen krijgt met, bijvoorbeeld, verhoogde slijtage van de tanden en pijn of problemen tijdens het eten.Als je hond op zijn kaken bijt, moeten de voortanden van de bovenkaak de voortanden van de onderkaak raken, waarbij de bovenste voortanden net voor de onderste voortanden langs moeten schuiven.
HONDENTANDEN EN HUN FUNCTIE
Een volwassen hond heeft 42 tanden, 12 voortanden, vier hoektanden, 16 voorste kiezen en 10 achterste kiezen.Je hond gebruikt de 12 voortanden (zes boven en zes onder) om vlees van een bot af te knagen of om te krabben.De hoektanden (twee in de bovenkaak en twee in de onderkaak) zijn de langste tanden en worden gebruikt om dingen te grijpen en vast te houden. De hoektanden zijn ook de tanden die hij gebruikt in gevechten met andere honden en kunnen diepe wonden veroorzaken. De wortels van de hoektanden zijn erg lang en de aanhechting van de tanden is zeer sterk.Er zijn 16 voorkiezen, acht in de bovenkaak en acht in de onderkaak. De hond gebruikt de voorste kiezen vooral om dingen te grijpen, terwijl de achterste kiezen een breder kauwoppervlak hebben en vooral voor kauwen gebruikt worden. Er zijn 10 achterste kiezen, vier in de bovenkaak en zes in de onderkaak. Deze tanden hebben een groot kauwoppervlak, en ze dienen vooral voor het vermalen en pletten van voedsel. De twee grootste achterste kiezen in de onderkaak en de twee grootste voorste kiezen in de bovenkaak worden vaak de rooftanden genoemd. Ze zijn erg sterk.